Na een paar adembenemende duels in de achtste finales en in de kwartfinales, waarin enkele topfavorieten sneuvelden, blijven er met Italië, Spanje, Denemarken en Engeland nog vier titelpretentenden over. Met de uitschakeling van Oekraïne, Zwitserland en Tsjechië, drie ploegen die derdes eindigden in hun poule, werd de logica gerespecteerd en het toeval wil dat in elke halve finale een groepswinnaar (Italië en Engeland) gekoppeld werd aan een team dat tweede eindigde (Denemarken en Spanje).
Het Italië van Roberto Mancini ontpopte zich de voorbije weken tot de meest frivole ploeg van het tornooi – niet het minst na de demonstratie tegen België – en in de andere tabelhelft zal Denemarken alles in het werk stellen om de thuisploeg Engeland in rouw te dompelen op Wembley. Maakt Italië ook korte metten met Spanje? En slaagt Engeland erin om voor het eerst sinds 1966 de finale te halen van een groot tornooi? Afspraak op Bingoal om te wedden op het EK 2020 en geniet van alle andere voetbal sportweddenschappen!
Wie is favoriet?
Italië speelt voor de twaalfde keer in zijn geschiedenis een halve finale op een EK of WK – met twintig stuks doet enkel Duitsland beter – en op basis van wat de ploeg tot dusver heeft getoond beginnen ze als favoriet aan het duel tegen Spanje. De Italianen hebben bewezen dat ze elke ploeg kunnen versmachten en ze verbruikten ook een pak minder energie dan Spanje. La Roja moest nog vol aan de bak in de laatste groepswedstrijd tegen Slovakije en het speelde twee keer verlengingen in de knock-outfase tegen Kroatië en Zwitserland. Spanje bleef in bepaalde wedstrijden met hangen en wurgen overeind. Alleen tegen Slovakije liet La Roja geen spaander heel van de tegenstander.
Net als in de voorbije wedstrijden zal Spanje de wedstrijd in handen willen nemen. Spanje had tot dusver gemiddeld 67,2% balbezit – gecombineerd met een hallucinant slaagpercentage van 89,4% – en het is daarmee de ploeg die het langst het leer in eigen rangen hield. Pedri, de natuurlijke opvolger van Andres Iniesta, stak er met kop en schouder bovenuit tijdens het toernooi met 114 geslaagde passes in de laatste dertig meters van het veld.
De sleutel van de wedstrijd ligt hoe dan ook op het middenveld. Tegen de Rode Duivels gaven Nicolò Barella, Marco Veratti en Jorginho een masterclass bewegingsvoetbal aan hoge intensiteit en in principe kan zelfs Spanje daar niet aan tippen. Tegen België was de tot Italiaan genaturaliseerde Braziliaaan Jorginho goed voor 74 geslaagde passes op 75 en in die zone zullen Sergio Busquets en co dus het nodige stoorwerk moeten uitvoeren.
Indien Mancini een degelijke vervanger vindt voor de geblesseerde Leonardo Spinazzola mag Italië zijn ticket bestellen voor de finale. Italië zit intussen aan 32 duels op rij zonder nederlaag en daarmee komt het akelig dicht in de buurt van het record van Brazilië (1993-1996) en Spanje (2006-2009) die in totaal 35 matchen ongeslagen bleven.
Wat mogen we van de wedstrijd verwachten?
Net als in de vijf voorgaande EK-duels zal Italië voluit voor de aanval kiezen en er is geen reden om te denken dat Spanje het tegenovergestelde zal doen. Spanje en Italië zijn met respectievelijk 12 en 11 goals de best scorende teams op het EK. Daarnaast zijn het ook de twee ploegen die per wedstrijd het meeste op doel trapten: Italië zit gemiddeld aan 20.2 schoten per match, Spanje klokt af op 19.
Tegen Zwitserland had Spanje een owngoal nodig had om te scoren, maar doelman Yann Sommer moest wel tien reddingen uit zijn mouwen schudden om het scorebord niet tilt te doen slaan. En dat zeegt veel over de intenties van de Spanjaarden.
In de 48 gespeelde duels vielen er gemiddeld 2,82 doelpunten pet match en dat aantal zal tijdens Italië – Spanje wellicht ook gehaald worden. Lorenzo Insigne is met zijn twee doelpunten goed bij schot, maar bij Italië is het wel wachten tot Ciro Immobile zijn torinstinct terugvindt. De spits van Lazio staat namelijk al drie wedstrijden droog. Spanje kan rekenen op een herboren Álvaro Morata, die tegen zijn adoptieland Italië zal willen schitteren.