En nu is het voor echt! Na de bronzen medaille van Remco Evenepoel in de tijdrit van afgelopen donderdag heeft België alles in handen om voor het goud te gaan in de wegwedstrijd. Bondscoach Sven Vanthourenhout bouwde zijn selectie op rond Evenepoel en hij moet hopen dat zijn plannetje klopt om Slovenië en Italië te kloppen.
In de medaillestand staat Italië los aan kop met zeven stuks. België is tweede dankzij de medailles van Evenepoel (tijdrit elite), Thibau Nys (wegrit beloften), Alec Segaert (tijdrit beloften) en Cian Uijtdebroeks (tijdrit beloften). Maar uiteraard draait alles om de wedstrijd bij de elite mannen. Sinds de introductie van de mannen wegwedstrijd in 2016 haalden twee Belgische renners het podium: Wout Van Aert in 2018 (brons) en Yves Lampaert in 2019 (zilver). Maakt Evenepoel zijn favorietenrol waar? Afspraak op Bingoal om te wedden op het EK op de weg in Trente en geniet van alle andere wielrennen sportweddenschappen!
Kort en pittig parcours
De 150 renners afkomstig uit 36 landen die iets na de middag aan de start staan van de EK-wegrace in Trente zullen afzien op het relatief korte parcours dat begint en eindigt aan de Piazza Duomo. Het peloton maakt een grote lus van amper 179 kilometer, maar er moeten in totaal wel 3.765 hoogtemeters overwonnen worden. Het karavaan mag eerst op verkenningstocht door de heuvels en bergen van Zuid-Tirol waar ze onder andere opgewacht zal worden door de Monte Bondone, een monster met stroken die tot 9% stijgen. Daarna volgt een technische afdaling van goed tien kilometer en krijgen de renners acht rondes van 13,2 kilometer op hun bord met telkens een klimmetje van 3,6 kilometer naar Povo met een gemiddeld stijgingspercentage van 4,7%.
Kunnen de Belgen het afmaken?
België mocht samen met Nederland, Italië, Frankrijk, Duitsland, Spanje en Zwitserland acht renners afvaardigen, maar op het korte en lastige parcours is het maar de vraag welk land dat voordeel kan uitbuiten. Voor de Belgen wordt het zaak om minstens een renner mee in de juiste ontsnapping te sturen. Philippe Gilbert, Victor Campenaerts, Stan Dewulf, Dylan Teuns, Ben Hermans, Harm Vanhoucke en Gianni Vermeersch moeten hoe dan ook Evenepoel bijstaan tot vlak voor de finale. Gilbert, die als een soort wegkapitein moet fungeren voor Evenepoel, en Vermeersch staan op de reservelijst voor het WK van eind deze maand en kunnen zondag het ongelijk van de bondscoach bewijzen.
Wie zijn de tegenstanders van de Belgen?
Italië, dat na de overwinningen van Matteo Trentin (2018), Elia Viviani (2019) en Giacomo Nizzolo (2020), op een vierde opeenvolgende EK-titel aast, wordt de te kloppen ploeg. Naargelang de wedstrijdomstandigheden kunnen de Italianen Sonny Colbrelli, winnaar van de Benelux Tour, Diego Ulissi, Gianni Moscon én Trentin uitspelen in de jacht naar de gouden plak.
Slovenië kan uitpakken met het gouden duo Matej Mohoric – Tadej Pogačar. Al kreeg Pogačar donderdagwel een serieuze dreun tijdens de tijdrit toen hij ingehaald werd door Filippo Ganna die nochtans een minuut later moest starten. Bij de Fransen moeten Romain Bardet en Thibaut Pinot de kastanjes uit het vuur halen voor Benoît Cosnefroy. Tot slot mogende Belgen de Deen Magnus Cort geen moment uit het oog verliezen. Cort won maar liefst drie ritten in de Vuelta en pakte uiteindelijk de derde plaats in het puntenklassement.
Kopecky stelt teleur
Lotte Kopecky werd vooraf aangekondigd als een outsider voor een podiumplaats, maar ze moest passen in de voorlaatste klim van de race toen een groepje met favorieten Annemiek van Vleuten, Longo Borghini, Katarzyna Niewiadoma, Demi Vollering, Liane Lippert en Marlen Reusser wegstoof om koploopster Ellen van Dijk bij te halen. Kopecky eindigde uiteindelijk op de veertiende plaats op 2 minuten en 29 seconden van Van Dijk. Onze landgenote heeft nog een pak werk voor de boeg indien ze klaar wil zijn voor het WK in eigen land.